Asbestinventarisatie
De kans dat asbest gebruikt is als materiaal (voor bijvoorbeeld isolatie, als golfplaten, gevelbekleding of dakbeschot) is zeer waarschijnlijk voor gebouwen, panden en objecten die voor 1994 zijn gebouwd. De mate waarin niet-direct zichtbare toepassingen van asbest (dat zijn er meer dan 3500) gebruikt zijn is ook zeer groot. Dit zijn belangrijke redenen waardoor onderzoek en inventarisatie noodzakelijk is, alvorens er verbouwd, gerenoveerd of gesloopt mag worden. Bovendien is bij verwijdering van asbest en bij de sloop van gebouwen überhaupt een volledig asbestonderzoek c.q. asbestinventarisatierapport verplicht.
Conform bijlage XIIIa van Art. 4.27 ARBO-regeling is het inventariseren van gebouwen, woningen, constructies, objecten en leegstaande bouwwerken op aanwezigheid van asbest en asbesthoudende materialen verplicht gesteld. In een gecertificeerd asbestinventarisatierapport wordt er onderscheid gemaakt tussen asbestinventarisatie met of zonder destructieve handelingen. Oftewel, er wordt onderzoek gedaan naar direct en niet-direct waarneembaar asbest, noodzakelijk voor bouw- of sloopvergunningen. En er wordt een risico-inventarisatie gedaan van asbest gericht op het gebruik van het gebouw.
Asbest risico-inventarisatie NEN 2991:2015
Het is zeker zo belangrijk om een risicobeoordeling uit te laten voeren indien een gebouw door derden of publiekelijk wordt gebruikt. Zowel de reguliere asbestinventarisatie als de asbest risico-inventarisatie bevat een inspectie op de aanwezigheid van asbest en asbesthoudende materialen. Dit gebeurt conform de huidige wet- en regelgeving en met het oog op veiligheid, gezondheid en milieu. Een risico-inventarisatie betreft naast het inventariseren ook het beoordelen van de blootstellingsrisico’s voor gebruikers van gebouwen, woningen, constructies, objecten en leegstaande bouwwerken waarin asbesthoudende materialen zijn verwerkt. Met een risicobeoordeling is er duidelijkheid over of het asbesthoudende materiaal:
- direct risico voor de gebruikers van een gebouw oplevert en direct verwijderd moet worden
- geen direct risico vormt en de toepassing met die functie in een gebouw kan blijven tot de sloop of renovatie
Onderzoek naar de potentiële en actuele risico’s wordt uitgevoerd in drie stappen:
- Stap 1
visuele inspectie op aanwezigheid van asbesthoudende materialen in en om het gebouw - Stap 2
materiaalonderzoek door het nemen en laten analyseren van stof- en materiaalmonsters - Stap 3
het uitvoeren van omgevingslucht metingen
NB: In die situaties waarin wordt besloten om asbesthoudende materialen in het gebouw te laten zitten, beveelt NEN-2991:2015 (blg. E) aan om een asbestbeheersplan op te stellen.